Voor wie is Blind Vertrouwen een springplank? ***

Het is zo langzamerhand een traditie dat uitgeverij LetterRijn jaarlijks een schrijfwedstrijd organiseert rondom een thema. In 2020 gaan alle verhalen op de een of andere manier over Blind Vertrouwen.  Uit maar liefst 189 inzendingen koos een jury de naar hun mening 25 beste. Deze top 25 werd vervolgens in november in een bundel uitgegeven en aangevuld met 5 verhalen door bekende LetterRijn-auteurs. Dit jaar ontvingen Rob Bakker, Margareth Hillebrandt, Karin Hazendonk, Melissa Skaye en Tamara Onos een uitnodiging hun verhaal te schrijven over blind vertrouwen.

Wie de bundel ter hand neemt, ziet direct een sprekende en toepasselijke cover. Het thema is duidelijk en het plaatje is aansprekend, ondanks de wat donkere kleursetting. De symbolische functie hiervan is een goede keuze.

Het is een mooie en logische gewoonte dat de bundel wordt geopend door het beste verhaal in de ogen van de juryleden. Door haar bijzondere perspectiefkeuze in haar verhaal over Boca trekt winnares Hedwig Meesters onmiddellijk de aandacht. Het zou niet mijn eerste keuze zijn geweest, maar haar verhaal is door de genoemde keuze in ieder geval origineel. Tegelijkertijd blinkt dit verhaal niet uit door de onverwachte plotwending, waar je als liefhebber toch op wacht.

Mijn favoriete van alle verhalen is Foute genen, geschreven door Margareth Hillebrandt. In haar verhaal komt naast de spanning vooral de emotie van de personages het best tot uitdrukking. Zij beschrijft op heel bijzondere wijze hoe de protagonist in het verhaal totaal onverwacht in een een onmogelijke situatie belandt en hoe zij dit beleeft.

Van de wedstrijddeelnemers verdient André van Butsel met Elf jaar, drie maanden, zes dagen, zeker een vermelding. Zijn bijzondere, ietwat statige, schrijfwijze heeft op een aparte manier tot gevolg dat de spanning voelbaar wordt. Deze spanning blijft vervolgens bestaan tot het einde aanwezig in dit technisch uitstekend geschreven verhaal.

Niet zo positief ben ik over Zand erover van Filip Van den Steen. Het verhaalidee is op zich best aardig, maar de uitwerking is volstrekt ongeloofwaardig. Misschien had dit idee niet moeten worden uitgewerkt in een kortverhaal.

 Het leuke aan een bundel met korte verhalen is dat je er op verschillende manieren mee kunt omgaan. Je kunt ze allemaal in een paar dagen achter elkaar lezen, maar het is minstens net zo leuk dagelijks een verhaal te fijnproeven, bijvoorbeeld voor het slapengaan. Ze hebben allemaal een mooie lengte om even in te verdwijnen. Ten slotte is het natuurlijk een sport op de stoel van de jury te gaan zitten en je persoonlijke favoriet te kiezen.

Het is een feit dat er ook dit jaar weer een boeiende aaneenschakeling van spanning door LetterRijn is uitgegeven. En het initiatief van deze uitgever verdient alle lof, omdat het een uitgelezen mogelijkheid biedt aan talentvolle schrijvers om zich in de kijker te schrijven. Een verhalenwedstrijd als deze laat echter ook zien dat een goed verhaal schrijven niet voor iedereen is weggelegd. En door de toevoeging van de bijdragen van de LetterRijn-auteurs tevens wordt duidelijk dat de factor ervaring niet onderschat moet worden.

(Met dank aan de uitgever voor het beschikbaar stellen van een recensie-exemplaar.)