
(tekst: Karin Hazendonk)
Niet iedereen zal hebben gehoord van het spelletje ‘Weerwolven van Wakkerdam’. Het is een kaartspel dat in 2003 in Nederland werd uitgebracht. Om het verhaal te begrijpen, is het naar mijn mening noodzakelijk om je eerst te verdiepen in de uitleg van dat spel.
Dat Eva Linden het wel kent, mag duidelijk zijn. Het verhaal is gebaseerd op dit spel, maar waar houdt het spel op en waar begint de realiteit?
Voor de geïnteresseerden: https://nl.wikipedia.org/wiki/Weerwolven_van_Wakkerdam
Een groep jongeren variërend in leeftijd van vijftien tot twintig jaar brengt noodgedwongen gezamenlijk een week door in een vakantiehuisje in Waraine, een plaatsje aan de Franse kust. De kennismaking verloopt niet al te soepel, want iedereen meent recht op het huisje te hebben. Is het puur toeval dat ze samen in het vakantiehuis terecht zijn gekomen, of zit er meer achter?
Uiteindelijk besluiten ze om samen te eten en er een nachtje over te slapen. Het vakantiehuis is groot genoeg om ze allemaal te kunnen herbergen.
Na het eten spelen ze een spelletje ‘Weerwolven van Wakkerdam’.
Het gaat gruwelijk mis als één van hen op onverklaarbare wijze zwaargewond raakt. Is er iemand in de groep die het op hen heeft gemunt of is het iemand van buitenaf?
De gebeurtenissen volgen elkaar in snel tempo op, maar blijven gebaseerd op het spel.
De negen personages worden gedurende het verhaal goed uitgewerkt. Als lezer heb je natuurlijk sympathie voor de één en een negatief gevoel bij de ander. Dat heeft Eva knap gedaan, vooral als later blijkt dat het negatieve gevoel misplaatst is.
De snelheid in het verhaal laat de lezer weinig rustmomenten. De gebeurtenissen zijn spannend en de korte hoofdstukken nodigen uit tot nog even verder lezen.
Eva werkt op een snelle manier naar het plot toe dat mij verraste.
Een paar minpunten wil ik toch vermelden: er ligt een jongen zwaargewond in bed. De rest, waartussen inmiddels vriendschap is ontstaan, besluit naar het dorp te gaan om er een gezellige avond van te maken. Ze laten de jongen aan zijn lot over. Het egoïsme van de jeugd of het gebrek aan empathie bij de auteur? Eva laat in het verhaal haar personages vrij nonchalant over ernstige gebeurtenissen heenstappen.
Een ander, zwaarwegend punt is het aanzienlijk aantal taalfouten dat in het boek is blijven staan. Een zin als: Ze hadden het hele eind van het station naar het vakantiehuis te voet gelopen.
Een foutloos boek bestaat niet en over een typfout kan heengelezen worden. Het is zeker voor de leeftijdsgroep waarvoor dit boek is geschreven belangrijk dat de basisregels van taal worden gehanteerd. Dat ontbreekt er helaas met regelmaat aan.
Ondanks mijn minpunten is het een spannend verhaal dat zeker door de doelgroep gretig gelezen zal worden.
***1/2
268 pagina’s
Uitgeverij: We Will shoot