Afsluiting van een meesterlijke serie? ****

Mads Peder Nordbo (1970) is geboren in Denemarken, maar heeft een deel van zijn leven doorgebracht op Groenland. Dat zijn liefde voor dit eiland groot is, bewijst hij door al zijn verhalen tot nu in dit relatief onbekende gebied te laten afspelen. Na Meisje zonder huid (2017) en Koude angst (2019) verscheen onlangs De vrouw met het dodenmasker, vertaald in het Nederlands door Renske Wiltink.

Stel je eens voor dat er een dode man wordt gevonden op de bodem van een put. En dat uit het politieonderzoek blijkt, dat de meest waarschijnlijke verdachte een vrouw is die al zes maanden is overleden. Het is dan zeker voorstelbaar dat er paniek uitbreekt in de kleine Groenlandse gemeenschap.
Zou het werkelijk zo zijn dat de moord is gepleegd door Qivittoq, een mytische figuur dat slechts uit is op wraak? Het onderzoek richt zich op Tupaarnaq. Zij is echter voor iedereen totaal onvindbaar. Journalist Mathew Cave voelt zich echter gedwongen haar te vinden. Maar hoe kan het da gebeuren dat hij volledig onder het bloed wakker wordt en zelf ineens verdachte blijkt te zijn…?

De vrouw met het dodenmasker is in de eerste plaats een typisch Skandinavische thriller, waarbij de nadruk ligt op de psychologische aspecten in het verhaal. Ook de zo kenmerkende personage-structuur uit het Hoge Noorden ontbreekt hierbij niet. Dat neemt niet weg dat Nordbo zich toch van veel andere auteurs weet te onderscheiden, door bijvoorbeeld zijn krachtige beschrijvingen van de verschillende settings, afgewisseld met sterke dialogen. Hierdoor waan je je echt ter plaatse. Daar waar vele van zijn collega’s nogal eens verzanden in oeverloze beschrijvingen en uitweidingen, lukt het Nordbo wel om to-the-point te blijven.

Wie De vrouw met het dodenmasker leest krijgt van Nordbo ook een gratis lesje Groenlandse politiek op de koop toe. Erg vaak wordt de politieke situatie benoemd en in het verhaal verpakt, bijvoorbeeld als het gaat om de Amerikaanse militaire bases op het eiland. Nergens is dit echter storend te noemen, eerder werkt het versterkend voor de geloofwaardigheid. Er wordt door de auteur ook nergens een persoonlijk oordeel geveld.

Met de verhaalopbouw is, zoals gezegd, helemaal niets mis. Maar eerlijkheidshalve moet wel worden opgemerkt dat Nordbo het zijn lezers niet eenvoudig maakt. Er worden zodanig veel personages opgevoerd dat het soms best lastig is om ze allemaal uit elkaar te houden. Dit is mede een gevolg van het feit dat Norbo voortborduurt op verhaallijnen uit Meisje zonder huid en Koude angst. Je kunt dan ook gerust stellen dat De vrouw met het dodenmasker niet als stand-alone te lezen is. Wie dat wel probeert, zal een groot deel van de essentie en daarmee van de schoonheid van dit laaste deel gaan missen, en dat zou toch echt doodzonde zijn, want…

de drie Groenlandse boeken van Mads Peder Nordbo behoren zonder twijfel tot de absolute top binnen het genre, maar wel alle drie tezamen!

Terechte topprijs voor topauteur *****

The international Booker Prize is een prestigieuze literiare prijs van Engelse oorspong, waarmee jaarlijks het best verrtaalde boek wordt gelauwerd. Sinds 2005 zijn grote namen als de Candese Alice Munroe en de Zuid-Koreaan Han Khang onderscheiden. Des te meer bijzonder is het daarom dat de eer in 2020 voor het eerst een Nederlandse auteur ten deel valt. Marieke Lucas Rijneveld schrijft met haar debuut De avond is ongemak zonder overdrijven een bijzonder stukje literaire geschiedenis. De vertaling in het Engels (The Discomfort of Evening) is van de hand van Michele Hutchison.

Het centrale thema in De avond is ongemak, het omgaan met de dood van een kind, wordt vaak als zwaar betiteld. Het hoeft geen betoog dat dit ook zo is. Toch weet Rijneveld het thema op een uiterst toegankelijke manier in een verhaal te verwerken. De belangrijkste reden hiervoor is het gekozen perspectief. Vanuit het gezichtspunt van Jas beleeft de lezer het onmetelijke verdriet mee van het gezin als Matthies, Jas’ broer, totaal onverwacht overlijdt. Vader en moeder raken volledig verlamd door hun emoties, terwijl met name broer Obbe volledig dreigt te ontsporen. Een enerverend beeld over (de zin) het bestaan is het uiteindelijke resultaat.

Zoals gezegd is het gekozen vertelperspectief een belangrijke factor voor de hoge kwaliteit van dit verhaal. Omdat Jas met haar puberale gedachtegangen het blikveld van het boek bepaalt, ontstaan er bijzondere zienswijzes. Hoewel de pijn continu voelbaar blijft, is het geen sentimenteel geheel geworden. Deze keuze zorgt voor een overduidelijk onderscheid met vergelijkbare romans over dit onderwerp.

De schrijfstijl van Marieke Lucas ijneveld is van uitzonderlijke klasse. Door originele, pakkende en bovenal pettig leesbare zinnen  ontstaat een bijna filmische setting. Zonder dat daarvoor expliciete verwijzingen nodig blijken, zie de lezer de omgeving en de belangrijkste personages probleemloos voor zich. Personages die ook zonder uitzondering een juiste plek hebben gekregen en ieder door hun eigen rol geloofwaardig en nodig zijn. Het leidt geen twijfel dat de auteur echt werk heeft gemaakt van de research, hetgeen de kwaliteit naar grote hoogte doet stijgen.

Het is niet meer dan begrijpelijk dat een roman als deze in de prijzen valt. Mocht je dit jaar nog maar een boek willen lezen, kies dan deze. Rijneveld hoort thuis in het lijstje van de grote historische auteurs. Een vergelijk met iemand in het bijzonder is echter niet te maken. Daarvoor is zij te uniek!

De doelgroep zal smullen

(tekst: Karin Hazendonk)

Niet iedereen zal hebben gehoord van het spelletje ‘Weerwolven van Wakkerdam’. Het is een kaartspel dat in 2003 in Nederland werd uitgebracht. Om het verhaal te begrijpen, is het naar mijn mening noodzakelijk om je eerst te verdiepen in de uitleg van dat spel.

Dat Eva Linden het wel kent, mag duidelijk zijn. Het verhaal is gebaseerd op dit spel, maar waar houdt het spel op en waar begint de realiteit?

Voor de geïnteresseerden: https://nl.wikipedia.org/wiki/Weerwolven_van_Wakkerdam

Een groep jongeren variërend in leeftijd van vijftien tot twintig jaar brengt noodgedwongen gezamenlijk een week door in een vakantiehuisje in Waraine, een plaatsje aan de Franse kust. De kennismaking verloopt niet al te soepel, want iedereen meent recht op het huisje te hebben. Is het puur toeval dat ze samen in het vakantiehuis terecht zijn gekomen, of zit er meer achter?

Uiteindelijk besluiten ze om samen te eten en er een nachtje over te slapen. Het vakantiehuis is groot genoeg om ze allemaal te kunnen herbergen.

Na het eten spelen ze een spelletje ‘Weerwolven van Wakkerdam’.

Het gaat gruwelijk mis als één van hen op onverklaarbare wijze zwaargewond raakt. Is er iemand in de groep die het op hen heeft gemunt of is het iemand van buitenaf?

De gebeurtenissen volgen elkaar in snel tempo op, maar blijven gebaseerd op het spel.

De negen personages worden gedurende het verhaal goed uitgewerkt. Als lezer heb je natuurlijk sympathie voor de één en een negatief gevoel bij de ander. Dat heeft Eva knap gedaan, vooral als later blijkt dat het negatieve gevoel misplaatst is.

De snelheid in het verhaal laat de lezer weinig rustmomenten. De gebeurtenissen zijn spannend en de korte hoofdstukken nodigen uit tot nog even verder lezen.

Eva werkt op een snelle manier naar het plot toe dat mij verraste.

Een paar minpunten wil ik toch vermelden: er ligt een jongen zwaargewond in bed. De rest, waartussen inmiddels vriendschap is ontstaan, besluit naar het dorp te gaan om er een gezellige avond van te maken. Ze laten de jongen aan zijn lot over. Het egoïsme van de jeugd of het gebrek aan empathie bij de auteur? Eva laat in het verhaal haar personages vrij nonchalant over ernstige gebeurtenissen heenstappen.

Een ander, zwaarwegend punt is het aanzienlijk aantal taalfouten dat in het boek is blijven staan. Een zin als: Ze hadden het hele eind van het station naar het vakantiehuis te voet gelopen.

Een foutloos boek bestaat niet en over een typfout kan heengelezen worden. Het is zeker voor de leeftijdsgroep waarvoor dit boek is geschreven belangrijk dat de basisregels van taal worden gehanteerd. Dat ontbreekt er helaas met regelmaat aan.

Ondanks mijn minpunten is het een spannend verhaal dat zeker door de doelgroep gretig gelezen zal worden.

***1/2


268 pagina’s
Uitgeverij: We Will shoot

Origineel en goed, maar te langzaam ***

Zoals bekend is Skandinavië al heel lang een kweekvijver van thriller- en misdaadromanschrijvers. Met name de vele series zijn populair. De Noor Jǿrn Lier Horst (1970) is vooral belend door zijn serie rondon inspecteur William Wisting. De Katharinacode is deel twaalf.

In De Katharinacode gaat William Wisting op bezoek bij Martin Haugen, de echtgenoot van Kaharina. Zij verdween ruim twintig jaar gelden spoorloos en de zaak werd nooit opgehelderd. Het voorval heeft Wisting echter nooit losgelaten en ieder jaar op de dag van de verdwijning treffen de inspecteur en de weduwnaar elkaar. Door dit herhaalde contact is er tussen beide heren een hechte vriendschap ontstaan. Maar dit jaar blijkt Haugen niet thuis te zijn en is spoorloos verdwenen. Wat is er aan de hand? En is er een verband met ‘de zaak Nadia’? Een compleet nieuw onderzoek gaat van start….

De Katharinacode is een schoolvoorbeeld van een Skandinavische thriller. Het verhaal is degelijk uitgewerkt, de personages zijn zonder uitzondering geloofwaardig te noemen en ook zullen de lezers die het verhaal tot het einde lezen best voldaan kunnen terugkijken op een prettige leeservaring. Zoals te doen gebruikelijk bij misdaadverhalen is ook hier niets aan te merken op de psychologische uitwerking. De onderhuidse spanningen zijn onmiddellijk voelbaar en deze blijven ook continu aanwezig. Dat werkt leesbevorderend en zal de aandacht ook niet doen verslappen.

Ook op de originaliteit valt niets aan te merken. Hoewel dit al een langlopende serie is, verdient Horst zeker credits vanwege zijn insteek met coldcases. De gecreeërde kansen om van de al bekende hoofdrolspelers, zoals William Wisting, ook nog onbekende eigenschappen te tonen worden door de auteur ten volle benut.

Zoals bij veel verhalen uit het Hoge Noorden moet ook de Katharinacode het niet hebben van de snelheid in het verhaal. Hoewel er, zoals gezegd, een continue spanning voelbaar is, zou het op veel plekken best iets sneller en vlotter geschreven kunnen worden. Met name de dialogen zijn te vaak echt te langdradig en van twijfelachtige noodzakelijkheid voor het begrip van het verhaal. Hierdoor bestaat het risico dat lezers niet alleen de draad kwijt kunnen raken, maar met name gaan afhaken door het ontbreken van extra smaakversterkers in het verhaal.

Dat neemt niet weg dat liefhebbers van deze thrillerserie ook nu zeker een goed verhaal voorgeschoteld krijgen, maar een echte hoogvlieger is De Katharinacode niet. Er ontbreken daartoe een paar essentiéle bouwstenen, die een goed verhaal tot een topper kunnen promoveren.

Een pareltje onder de prentenboeken *****

De kleine schatzoekerDani van Doorn en Ilaria Conalbi
Ilustraties – Ilaria Conalbi
Uitgeverij Eigenzinnig
31 pagina’s
Hardcover

(tekst: Karin Hazendonk)

Als volwassene ontzettend genieten van een prentenboek. Dat hebben Dani en Ilaria bereikt met De kleine schatzoeker.
Nora wil dolgraag weten waarom papa en mama al die verre reizen hebben gemaakt.

‘Om een schat te zoeken,’ antwoordt papa.

Nora is ontzettend nieuwsgierig wat die schat zal zijn en samen met poes Bindy gaat ze op reis. Op zoek naar de schat van papa en mama.

Nora reist met Bindy de hele wereld rond en ontmoet heel veel dieren die ieder hun eigen schat hebben. Maar … de schat van papa en mama heeft ze nog steeds niet gevonden.

Dit boek is een waar kunststukje geworden. Tekeningen en tekst zijn perfect op elkaar afgestemd. De tekeningen zijn heel herkenbaar voor de allerkleinsten. Iedere papa of mama, opa of oma die dit boek voorleest, zal Nora in zijn/haar hart sluiten.

‘Dag, mevrouw Giraffe. Hebt u hier in de Serengeti toevallig een schat?

Alle dieren die Nora ontmoet hebben hun eigen schat, maar zal Nora na alle reizen haar eigen schat vinden?

Dat ga ik niet vertellen, maar wat ik wel wil zeggen, is dat de mooie boodschap in dit prentenboek de waarde van het verhaal nog meer verhoogt.

De tekeningen zijn van Ilaria Conalbi en zijn stuk voor stuk ware kunstwerken. In 2018 maakte zij het prentenboek Ila’s vrienden.

Ilaria verliet tien jaar geleden Italië. Ze woont en werkt nu in Eindhoven.

Een kijkje op haar website is zeker de moeite waard.
http://www.ilaillustrations.nl/
https://www.facebook.com/ilaillustrations1/
https://www.instagram.com/ila_illustrations/?fbclid=IwAR2tXcmZ-zFDuVDCwmE6WZaEprUgagMhVjBjZHyK78hLp4GXCYSNpQICGZ8

Hoewel Dani van Doorn al heel wat boeken op haar naam heeft staan, kennen we haar vooral van haar Regency romance: Pippa. Op 1 oktober 2020 kunnen we genieten van Elena, een zelfstandig te lezen vervolg op Pippa.

Op de foto draagt Dani één van haar creatieve projecten, een hoed in 1900 stijl.

Meer weten over Dani:
https://danivandoorn.jouwweb.nl/over-dani
https://www.facebook.com/dani.vandoorn

Jussi Adler-Olsen: een kennismaking

Jussi Adler-Olsen werd op 2 augustus 1950 geboren in Kopenhagen. Hij verbleef in Denemarken tot hij in de jaren’70, samen met zijn vriendin (en huidige vrouw) Hanne verhuisde naar Stockholm in Zweden.

Bij het huis dat hij daar betrok behoorde ook een winkelruimte. Bij toeval belandde Jussi Adler-Olsen daardoor verzeild in de boekenwereld, zij het in een heel andere tak: hij werd striphandelaar. Dit bleek destijds een zodanig groot succes dat Olsen het zich na de verkoop van de stripwinkel kon permitteren een aantal jaren volledig te richten op zijn schrijversschap.

In 1984 resulteerde dit alles in Groucho & Co’s groveste, een boek over Groucho Marx (1890 – 1977), een Amerikaans-Joodse komiek en een van de Marx Brothers.  

In de tweede helft van de jaren ’80 deed Jussi een eerste serieuze (maar uiteidelijk wel mislukte) poging een thriller te schrijven. Wel aardig om te weten is dat hij destijds een halfjaar in Nederland verbleef, om precies te zijn in Schiedam. Dat verklaart misschien ook wel dat er tussen de auteur en ons land altijd een speciale band heeft bestaan. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het feit dat zijn boeken vrijwel allemaal als eerste in het Nederlands zijn vertaald.

Nadat Olsen nog enige jaren managing director was van uitgeverij Semic Press, besloot hij in 1996 toch weer zijn leven als auteur nieuw leven in te blazen. Zijn doel een thriller op de markt te zetten behaalde hij in 2000 met Het alfabethuis. Hoewel dit boek best lovende kritieken kreeg, is het bij het grote publiek niet echt doorgedrongen.

Die bekendheid verwierf Olsen toen in 2007 De vrouw in de kooi verscheen. Dit begin van de Afdeling Q-serie werd in een klap een daverend succes, en niet alleen in Nederland. Inmiddels zijn er acht delen rondom Brigadier Carl Mǿrck verschenen en zijn er diverse delen succesvol verfilmd. Het deel De noodkreet in de fles verdient in dezen een speciale vermelding als de winnaar van de Clazen Sleutel 2010, de prijs voor de beste Skandinavische misdaadroman.

Het tot nu laatste werk van Jussi Adler-Olsen is Slachtoffer 2117 dat verscheen in 2019.

Het jaarlijkse leesfeest voor kinderen begint vandaag

(tekst: Karin Hazendonk)

De Kinderboekenweek is sinds 1955 een jaarlijks terugkerende ‘week’ van tien dagen in september en oktober (voorheen acht dagen in oktober en november) ter promotie van het (Nederlandse) kinderboek.

Sinds 1962 heeft iedere Kinderboekenweek een eigen thema. Was dit van 1962 tot 1964 nog de titel van het Kinderboekenweek-boek, in 1965 werd er een echt thema (Kind en de dierenwereld) gekozen.

Er zijn al heel wat leuke thema’s de revue gepasseerd. Onderwerpen die kinderen aanspreken zoals bijvoorbeeld in 1986 ‘Boeven’, in 1996 ‘Heksenketel’ en in 2011 boeken over superhelden.

Het thema van de Kinderboekenweek 2020 is ‘En toen’. Boeken die de geschiedenis tot leven brengen. Lezen over dinosaurussen, Egyptische farao’s of moedige ridders uit de Middeleeuwen. Alles kan.

Het Kinderboekenweekgeschenk® 2020 wordt geschreven door Arend van Dam (1953, Maassluis). Zijn eerste boek: ‘Het Pietenboek’ werd uitgegeven in 1989 en hij heeft inmiddels meer dan 100 boeken op zijn naam staan.

Boeken-en-Meer gaat uitgebreid aandacht besteden aan de Kinderboekenweek. Omdat we veel leeftijdscategorieën aan bod willen laten komen, gaan we nu snel van start met een ontzettend mooi prentenboek.

De kleine schatzoeker is geschreven door Dani van Doorn en de illustraties zijn van Ilaria Conalbi. Het boek telt 31 pagina’s (voor)leesplezier en wordt uitgegeven door Uitgeverij Eigenzinnig.

Als Nora vraagt waarom haar ouders zoveel gereisd hebben, antwoorden ze:

“Om een schat te zoeken.”

Nieuwsgierig geworden reist Nora zelf de wereld over om overal te onderzoeken wat de schat is van de dieren die daar leven.

Maar wat nu de schat is van haar ouders …

Boeken-en-Meer reist mee met Nora om de schat te zoeken…..