1532 pagina’s genieten geblazen

Het is onmiskenbaar een feit dat de wereld van liefhebbers van het fantasygenre relatief klein is. Dat dit niets zegt over de kwaliteit van de verhalen bewijst onder andere het schrijversduo Django Mathijsen en Anaïd Haen. Zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk wonnen zij al diverse prijzen. Hun grootste project is ongetwijfeld de Decadentia-trilogie.

De delen van deze drieluik verschenen, alle bij uitgeverij Zilverspoor, in 2019 (Teloorgang), 2020 (Maskerade) en 2021 (Represaille).

In de stadstaat Decadentia waar de magie gekoppeld is aan ambachten, niets is wat het lijkt en waar het geloof in de walvisgod Maremoto een steeds prominentere plaats inneemt, maken we kennis met Lelie Aquavalenta. In eerste instantie heeft ze alles wat haar hartje begeert, maar als zij een gesprek opvangt dat duidelijk niet voor haar oren bestemd is, stapelen de problemen zich in rap tempo steeds verder voor haar en haar omgeving op. De kernvraag is steeds opnieuw of zij met haar karakter in staat blijkt de uitdagingen het hoofd te bieden en Decadentia te beschermen tegen grootse gebeurtenissen.

Wie fantasy zegt, zegt wereldbouw. Dit is een van de kenmerkende verschillen met andere genres. Omdat de wereld waarin het verhaal zich afspeelt fictief is, moet de auteur in staat zijn de lezer letterlijk het decor in te trekken. Wie Decadentia leest, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat Mathijsen en Haen hierin meesters blijken te zijn. In Teloorgang is de hoeveelheid magie nog beperkt, maar vanaf hoofdstuk 1 is meteen duidelijk in welke omgeving je terecht bent gekomen. De beschrijvingen zijn nergens langdradig, altijd to the point en met zo veel kunde op papier gezet dat het een effect krijgt van een film. Een driedimensionale welteverstaan. Als het er stinkt, ruik je het; als er water opspat, duik je weg in je stoel.

Daarnaast laat de formidabele uitwerking van Decadentia, zeker vanaf het begin van Maskerade geen enkele twijfel bestaan dat dit verhaal zich enkel daar, en nergens anders, kan afspelen. Decadentia is daarmee feitelijk een personage geworden.

Een ander sterk punt is de beschreven ontwikkeling van het personage Lelie van het dametje uit de (letterlijke) topklasse tot de sterke vrouw die laat zien oprecht te willen vechten tegen alle onrechtvaardigheden rondom haar. Haar blauwe jurk heeft hierbij een schitterende symbolische functie. Ook alle andere personages in het verhaal leren we voldoende kennen. Heel gedoceerd krijgt de lezer op het juiste moment precies de noodzakelijke informatie. Een redactionele topprestatie!

Decadentia biedt niet alleen de fantasyfans een geweldige leeservaring. Door de verschillende thema’s, die heel professioneel in het verhaal zijn verweven en uitmonden in een fascinerende ontknoping, verdient dit verhaal een nog veel groter publiek. Dit kunstwerk hoort simpelweg in de schijnwerpers. Alle 1532 pagina’s, geen enkele uitgezonderd.

Topper, geschreven met het hoofd vanuit het hart *****

Heel af en toe kom je debuten tegen die bijblijven, doordat de schrijfstijl en het onderwerp van het verhaal blijven hangen. Een sprekend voorbeeld hiervan is de roman Een blauwe blik van Lucy Neetens,  in maart verschenen bij Godijn Publishing.

Een blauwe blik snijdt een bijzonder gevoelig onderwerp aan als Leja Berger, een jonge vrouw, van haar arts te horen krijgt dat ze ernstig ziek is. Begrijpelijkerwijs roept dat de nodige emoties bij haar op. Toch weet zij een overwegend positieve houding naar haar omgeving uit te stralen. Wat is de rol van mensen in je omgeving in een dergelijke situatie? Een blauwe blik laat haar lezers het antwoord op deze vraag meebeleven, zonder ok maar een moment zwaarmoedig te worden. Hier en daar ontbreekt zelfs gepaste humor niet.

Geen enkele lezer kan door Een blauwe blik onberoerd blijven. Dat heeft natuurlijk te maken met het thema. Door de manier waarop Lucy Neetens, mede door het  gekozen ik-perspectief, je door de ogen van Leja laat meekijken, zorgt ervoor dat er een onvoorstelbaar realistisch beeld ontstaat. Zowel het verdriet en de pijn, alsook de positievere karaktereigenschappen en de daaruit voortvloeidende handelingen van Leja zijn letterlijk voelbaar. De uitwerking van Leja als personage is grandioos. Zij fungeert door dit verhaal als een symbool, in de positieve zin van het woord, voor velen.

Door het eerlijke en realistische beeld heeft deze roman ook een mooie ‘diepere laag’, waardoor het geschikt is voor een breed publiek. Aan de ene kant zal er voor een lotgenoot van Leja een hoge mate van herkenning zichtbaar zijn. Voor hen die het geluk hebben vooralsnog gevrijwaard te zijn van een dergelijke zware boodschap, biedt het meer dan voldoende stof tot nadenken. Bijvoorbeeld over de vraag hoe je moet/kunt reageren op iemand die het overkomt. En laat er geen misverstand over bestaan: Lucy Neetens maakt niet alleen de voor de handliggende mogelijkheden zichtbaar.

In mijn optiek geeft Lucy Neetens blijk van een voortreffelijk schrijftalent, zowel op inhoud als door haar stijl. Misschien is een vergelijk met een aantal zogeheten gevestigde namen hartstikke realistisch. Hier is daadwerkelijk een auteur aan het werk die haar hoofd en haar pen gebruikt om datgene wat uit haar hart komt te verwoorden. Daar is ze meer dan in geslaagd, want door het gebruik van haar ‘unieke stem’ verdient ze een plek in de Eregalerij van Boeken-en-meer. Een debuut zoals je niet vaak tegenkomt en dat schreeuwt om opvolging.

Verhaal van het jaar 2020

Een ongelezen boek, een verborgen hartstocht en een psychiatrisch verleden vormen samen de kern van de novelle Het Boek van de hand van Jacob Dens. Met dit verhaal weet deze auteur in een klap door te dringen tot de top van de auteurs in het Nederlandstalig taalgebied. Volkomen terecht wordt hij door velen een natuurtalent genoemd.

Vanaf de eerste alinea grijpt Jacob zijn lezer bij de lurven en trekt hem of haar in rechte lijn zijn verhaal in. Niet geraakt worden door zijn schrijfwerk is onmogelijk. Echt alles klopt. Het verhaal is volstrekt origineel (welke auteur heeft eerder een boek als personage gepresenteerd?), spannend tot voorbij de laatste pagina en sterk als een betonnen fundament.

Hoewel deze novelle af en toe trekjes heeft van het fanatsy-genre, wordt het geheel zodanig gepresenteerd alsof alles de normaalste de zaak van de wereld lijkt. Personages zijn zonder enige uitzondering van toegevoegde waarde en kunnen geen van allen worden gemist. Extra leuk is het daarbij dat ook een bestaande persoon zijn opwachting maakt.

Naast een geweldige schrijfstijl is de zichtbare en voelbare kennis over de psychiatrie  aanwezig en op de juiste manier verwerkt. Dit maakt Het Boek tot een unieke leeservaring. Een ervaring die de lezer nog heel lang zal bijblijven.

Als je het verhaal oppervlakkig leest, zou je kunnen denken dat Jacob Dens wel erg vrij met het thema is omgegaan. Dit is niet het geval. Voor wie bereid is zijn fantasie de vrije ruimte te geven, kan opmerken dat Zwarte sneeuw wel degelijk op een bijzondere is toegepast. Het is prachtig te merken,hoe de dubbele lagen in het verhaal aan de oppervlakte kunnen komen. Je moet er alleen even iets voor doen.

Jacob Dens was tot voor kort voor mij de grote onbekende. Na het lezen van Het Boek de grootste ontdekking en wat mij betreft schrijver van het verhaal van het jaar. Normaal ben ik terughoudend met superlatieven, voor Dens maak ik heel graag een uitzondering: formidabel en topklasse!

Stijl:                       10.0
Personages:      10.0
Originaliteit:       10.0
Leesplezier:       10.0

Gemiddeld:       10.0

Als je dit jaar nog 1 boek gaat lezen: neem deze! *****

De Eerste Wereldoorlog is een onderwerp waaraan in jeugdboeken tot voor kort weinig of geen aandacht werd besteed. Beau Charlotte durfde het in haar debuut Als ik er niet meer ben, uitgegeven bij Clavis uitgeverij, aan terug te gaan naar deze wrede periode, iets meer dan honderd jaar geleden. Een gedurfd project, omdat voor de huidige young adults deze tijd als erg ver weg zal voelen.

Als ik er niet meer ben brengt de lezer naar de Schotse Hooglanden. Daar maken we kennis met de vijtienjarige Douglas McMorrow, die daar in 1914 samenleeft met zijn aan drank verslaafde vader Angus. Zijn moeder leeft niet meer. Als Douglas zijn dorpsgenoot Lachlan Gray treft, besluiten ze beiden in het leger te gaan. Douglas ziet een kans het verleden achter zich te laten en iets betekenisvols te verrichten. Dat ze in een enorme nachtmerrie gaan belanden, is ze op dat moment nog niet duidelijk…

Beau Charlotte toont in dit debuut aan dat haar specialiteit (door haar studie aan Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht) scenarioschrijven is. De schrijfstijl is zo intens beeldend dat de lezer zich moeiteloos een eeuw terug in de tijd waant. Vanaf de eerste pagina start de auteur de film en je blijft als lezer geboeid, geïnteresseerd en betrokken tot het moment dat de achtbaan je verbluft en sprakeloos achterlaat na de laatste pagina. Er zijn niet veel auteurs die daartoe op zo’n hoogstaand niveau in staat zijn.

De genoemde filmische schrijfstijl is een van de redenen die Als ik er niet meer ben bij uitstek geschikt maakt voor de young adults onder ons. Maar zeker niet alleen voor hen, want ook de oudere lezer zal zonder twijfel smullen van dit boek. Het is niet alleen spannend, maar het maakt de geschiedenis over de Eerste Wereldoorlog voor iedereen op een toegankelijke manier inzichtelijk.Daarbij wel de opmerking dat sommige beschrijvingen van gebeurtenissen wat expliciet kunnen overkomen.

De thema’sin het verhaal als rouw, zelfvertrouwen en verslaving zijn schitterend subtiel verwerkt. Nergens heeft het echt de overhand, maar door het geheel ontstaat er een beeld dat uitermate interessant is voor discussie. Een aantal in de tekst verwerkte vragen, zoals Waar houden we ons aan vast? geeft al meer dan voldoende stof tot nadenken. En de wijsheden waar Beau Charlotte haar verhaal afsluit, bezorgen oprecht kippenvel.

Zonder te willen overdrijven: een formidabel boek!!